Als je altijd maar door blijft door hijgen en puffen, hou je het niet lang vol. Luther zag eens de supervolle agenda van zijn vriend Melanchton en zei: “Jij gaat dood, want jij kunt niet heilig luieren voor God.”
Heilig luieren, dat betekent: even stilstaan. Nadenken. Bidden. In de natuur gaat dat vaak het beste. Bijvoorbeeld bij een stromend beekje. Even je gedachten richten op wat echt belangrijk is. Wat doet er nou echt toe in het leven? Wie is God? Ken ik Hem, kan ik voor Hem verschijnen? Wie of wat is mijn houvast? Zijn er dingen die ik beter kan loslaten? En dat kan best eng zijn, loslaten.
In het boekje ‘Rondom de enge poort’ vertelt C.H. Spurgeon van een man die in een donkere nacht verdwaalde en – zo dacht hij – terechtkwam bij de rand van een afgrond. Hij dacht: Help, daar kan ik elk ogenblik in vallen. Wat deed hij? Hij greep zich vast aan een tak van een oude boom. En daar hing hij urenlang, bang dat hij, als hij zou loslaten, te pletter zou vallen. Uiteindelijk kon hij het niet langer volhouden, liet de tak los, viel… en kwam een paar meter lager terecht op een zachte helling die bedekt wat met mos. Hij had zich dus gerust veel eerder kunnen laten vallen. En dus adviseerde Spurgeon: “Laat alles los, behalve Christus, en laat je vallen!”