Er stonden eens twee mannen voor de rechter.
De één had een schaap gestolen van de ander.
Maar elk van hen beweerde, dat het gestolen schaap van hem was.
De rechter besloot toen dat het schaap zelf naar de rechtszaal moest komen.
Daarna stuurde hij de eerste man de rechtszaal uit en zei: “Roep het schaap om naar je toe te komen.”
De man deed het. Maar het schaap bewoog zich niet. Daarna kreeg de ander de beurt.
Toen het schaap die man op de gang hoorde roepen, spitste het zijn oren en rende in de richting van de deur.
Jezus zei eens: “De schapen horen de stem van de herder; en hij roept zijn schapen bij naam en leidt ze uit."