Blog

Rondjes rennen met de kerk

Door Gertjan de Jong
Twijfel Kerk Eerlijkheid
16 november 2020

In Londen deden ze een paar jaar geleden een bijzonder experiment. Een hippe jongen met microfoon rende door drukke winkelstraten, achtervolgd door een cameraman. “Kom op, meekomen!” riep die jongen al rennend. “Snel! Er zijn geweldige prijzen.”

Mensen werden nieuwsgierig. Ze gingen mee rennen. “Ja, kom mee!” moedigde de jongen aan. “Er zijn geweldige prijzen!” De groep renners werd steeds groter. Ze renden lachend en hijgend door de straten van Londen, de cameraman en die jongen achterna. “Kom op!” bleef hij roepen. “Er zijn prachtige prijzen!”

Maar na tien minuten renden ze nog steeds. En na een half uur ook. Ze bleven maar rondjes lopen. Er kwam geen einde aan. Die geweldige prijzen kwamen maar niet. Een paar mensen haakten af. En de groep afhakers werd steeds groter. Ze bleven stilstaan en keken verward en ontredderd in het rond.

Prijzen in de kerk
Lijkt dit niet een beetje op wat er in de kerk gebeurt? Ook daar klinkt de oproep om ‘mee te komen’. Er worden prijzen beloofd. Straks, in de hemel. Of nu al: mooie ervaringen met God, wonderen of ‘meer van de Geest’. Het zet mensen in beweging. Ze hollen mee. En ze worden zelfs actief als vrijwilliger in de gemeente, in commissies, op jeugdclubs. Intussen blijft de ‘presentator’ roepen: “Mee komen! Er zijn geweldige prijzen!”

Dat rennen houd je best een tijdje vol. Jarenlang misschien. Maar na een tijd ga je toch denken: Waar blijft al dat moois nou? Wat levert al dat geloven en dat rennen eigenlijk op? Ik voel nooit wat van God. Is Hij is er eigenlijk wel? Zo kun je zomaar afhaken. En dat lijkt ook massaal te gebeuren. Gemiddeld heeft de kerk zo’n 267 afhakers per dag (bron NOS.nl).

Niet vanzelf
Zou het misschien helpen als we in de kerk wat eerlijker worden? Dat we eerlijk zeggen dat je lang niet altijd wat voelt, merkt of ziet van God. En dat geloven meestal niet vanzelf gaat. Dr. Paul Visser schreef in 2016 in het Nederlands Dagblad: “Laat juist de Schrift niet zien dat God niet ‘voor het oprapen’ ligt, dat geloven in de Onzienlijke geregeld een zware opgave is? Staat er niet geschreven dat je enthousiast kunt beginnen maar het beu kunt worden, dat geloven lang niet altijd goed voelt en het vaak een klus is om het vol te houden?” (Bron ND.nl)

Juist als je zo eerlijk en open bent, kan het opnieuw gaan vonken en vlammen.

Juist als je zo eerlijk en open bent, kan het opnieuw gaan vonken en vlammen, stelt Visser. “Omdat jongeren en volwassenen zich gezien en opgezocht weten in hun twijfels en vragen en vanuit de Schrift worden aangespoord – soms op leven en dood – opnieuw te roepen om God zelf. Zal de Levende niet uitgerekend daar van zich laten horen? Om ons door de Geest woorden in te fluisteren die je zelf niet meer bedenken kunt? En geloof te wekken dat, hoe fragiel ook, niet zomaar kapot te krijgen is?”