“God, ik snap het niet. Wie ben ik dat U wilt dat ik U liefheb? En waarom wordt U boos als ik U niet liefheb?
Heer, mijn God, bij Uw barmhartigheid, zeg mij wat U voor mij bent!
Zeg tegen mijn ziel: “Ik ben het die je redt.” Zeg het zó, dat ik het hoor.
Verberg Uw aangezicht niet voor mij.”
Zo schrijft Augustinus. Hij verlangt naar contact met een God die hij niet begrijpt.